Image
voorbereiding goede week pasen

Teksten en inspiratie voor De Goede Week 2024

Spiritualiteit
Aankondiging

Op deze pagina vind je vanaf half maart inspiratie en teksten voor de liturgie van de Goede Week voorafgaand aan Pasen 2024.

Klik hier als je een seintje wil krijgen

In de link hierboven kan je ook aangeven of je een Goede Vrijdag Wake organiseert waar het leed aandacht krijgt dat een oorlog bij de meest kwetsbaren teweeg brengt. 

Tijdens de Goede Vrijdag Wake in Gent is er speciaal aandacht voor de kwetsbare mensen die in Gaza het geweld niet meer kunnen ontvluchten. Binnenkort vind je op paxchristi.be/agenda alle details

Organiseer jij ook een wake, open voor meer deelnemers? Laat het ons zeker weten, dan komt het op de agendapagina van onze website. 

OM IN DE KERK TE VIEREN

 

Bruggen bouwen van Goede Vrijdag naar Pasen
door Jo Hanssens 

Tijdens de Goede Week staan we nog meer dan anders stil bij het lijden dat zoveel mensen ondergaan in zinloze oorlogen, brutaal geweld en onrecht. In de jaren dat een dodelijk coronavirus ons bedreigde zegden we: ‘Zorg goed voor elkaar en zorg ook goed voor jezelf’. Vandaag willen we deze aanmaning herhalen met de toevoeging: ‘Zorg ook goed voor je broers en zussen die lijden onder oorlog en onrecht.’ Alleen in ware solidariteit kunnen we de toekomst tegemoet gaan samen met de geweldloze Jezus en zoveel geweldloze vredestichters overal ter wereld. In plaats van de ander te blijven zien als een rivaal zoals zo vaak gebeurt, worden wij uitgenodigd nog meer onze ogen te openen voor de meest kwetsbaren. Zij zijn onze beste bondgenoten in de geweldloze strijd voor een meer bewoonbare wereld voor allen. Dan kan er ook genezing komen van het meest dodelijke virus dat de harten en gewetens vergiftigt, het virus van de haat en de onverschilligheid.  

 

Tijdens de Goede Week luisteren gelovigen en mensen van goede wil opnieuw naar het verhaal van Jezus van Nazareth die zich geweldloos heeft gegeven in liefde ten einde toe. Hij sloeg niet terug als hij beledigd werd. Op het ogenblik dat hij ter dood werd veroordeeld, deed hij nog beroep op het geweten van zijn tegenstanders. Hij sprak zelfs woorden van vergiffenis, vooraleer hij als een misdadiger stierf aan een kruis. Een dergelijke liefde zien we ook aan het werk in de film “A Hidden Life”. Deze film toont het leven van Franz Jägerstätter, een Oostenrijkse boer die weigerde trouw te zweren aan Hitler en die daarom op 36 jarige leeftijd werd terechtgesteld. We denken eveneens aan Alexei Navalny die onlangs zijn leven gaf voor zijn overtuiging; hij wilde en kon zich niet neerleggen bij een nieuwe versmachtende dictatuur in Rusland.  

 

Goede Vrijdag en Pasen betekenen nieuw licht voor allen die zich openstellen voor een Liefde die groter is en verder reikt. Het helder licht van Pasen verwijst naar de Levende bij uitstek die in de stilte woont en ons de hand reikt. In de Paastijd wordt elk jaar een grote Paaskaars ontstoken, symbool van Jezus’ geweldloze liefde ten einde toe. Symbool ook van de liefde van zoveel mensen die door hun dagelijkse inzet en daden van kleine goedheid hoop brengen in de wereld. De oproepen van Antonio Gutterez, secretaris-generaal van de VN, en van paus Franciscus tot een algeheel en onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza en wereldwijd bevestigen het verlangen naar een wereldwijde vrede die toekomst schept voor allen. Wij bidden en hopen dat onze zussen en broers in Palestina en Israël, in Oekraïne en Rusland, in Oost-Congo en het Gebied van de Grote Meren en op zoveel andere plaatsen niet alleen Goede Vrijdag meemaken, maar ook opnieuw met vreugde Pasen kunnen vieren.  

   

Gebed 

God van vrede,  

 

wij worden geconfronteerd met zoveel oorlog, onrecht en geweld.   

Gij kent onze broosheid en onze ontreddering.  

Help ons om te blijven uitzien naar een nieuw broederlijk en zusterlijk samenleven.  

 

Dat wij in deze dagen uw geliefde Zoon vervoegen op zijn weg van Goede Vrijdag naar Pasen. 

Moge Jezus die geweldloos liefhad ten einde toe,  

ons zó inspireren dat ook wij ons leven geven in geweldloze liefde voor mensen in nood. 

   

De vijandschap die mensen monddood maakt en miskent zit ook in ons.   

Vervul ons in deze week naar Pasen met de Geest die Jezus bezielde.   

Dan zullen wij op onze beurt iedere mens met uw vrede omarmen.  

 

De Goede Week van de geweldloosheid 

JAN VANDEN BERGHE

“La Semaine Sainte, the Holy Week, die Karwoche”… zo heet de “Goede Week” in de ons omringende landen. Wat is er ‘goed’ aan deze week? In deze week slaat het brutaalste geweld toe op de man die wij ‘de Zoon van God’ noemen! Het was voor hem, toen, een week van zware confrontaties, van ondraaglijke spanning, van verraad en vrienden die hem in de steek lieten, van spot, de fysieke pijn van de kruisiging – tot de dood hem daarvan kwam verlossen. Wat is er ‘goed’ aan die week – vóór het Pasen wordt?

 

“… want door uw heilig kruis hebt Gij de wereld verlost”. Zo klonk een refrein in de kruisweg, opgeraapt in mijn kindertijd. Woorden waar ik toen niet bij stilstond. Over het geloof dachten toen maar weinigen na. Het was nu eenmaal zo: door zijn heilig kruis had Jezus de wereld verlost. Later, toen men het me wilde uitleggen, leek het vaak alsof God op die manier moest overgehaald worden om de mensen weer graag te zien. Eerst moest Jezus dat alles doorstaan, dan zou God de mensen weer graag zien. Maar welk onmogelijk godsbeeld zat daar niet achter verscholen! Terwijl het er die Jezus precies om te doen was de mensen over te halen om – ongeacht hun voorgeschiedenis – met zoveel vertrouwen tot God te gaan dat ze hem ‘Vader’ zouden durven noemen, ‘papa’.

 

De week van Jezus’ trouw

“Door uw heilig kruis…” Misschien zeggen we beter “door uw trouw tot op het kruis hebt Gij de wereld willen verlossen van zijn angst voor God”. Door zijn trouw tot op het kruis. Door het feit dat hij niet wegliep toen de grond zeer heet werd onder zijn voeten. Die trouw van hem, dat was goed! Dat maakt van die laatste week van Jezus’ leven een ‘goede week’! Was hij laf geweest, had hem de moed ontbroken om door te gaan, dan was het nooit een goede week geworden, dan was er trouwens allang van hem geen sprake meer geweest. Dan had hij zijn eigen ‘blijde boodschap’ ondermijnd: dat je niet hoeft te vrezen voor hen die het lichaam kunnen doden – omdat er een Vader in de hemel is, die wel degelijk om je geeft (“al de haren op je hoofd zijn geteld”).

 

Jezus van Nazaret bleef trouw aan zijn diepe overtuiging dat Gods liefde naar àllen gaat, ook naar de “tollenaars en zondaars”, de “verloren zonen en dochters”. Hij bleef trouw en heeft de uiterste consequenties van zijn optreden ten volle aanvaard. “Dit is mijn lichaam, dat voor u wordt overgeleverd, dit is mijn bloed, dat voor u en alle mensen wordt vergoten” zegt hij heel bewust op de avond voor zijn dood. Hij heeft zichzelf gegeven, drie jaar lang, en zal zich blijven geven, tot het bittere einde: een kelk die hij liever niet wou drinken, een lot dat hij uiteindelijk niet heeft willen ontlopen (Mt 26,39-42).

 

De zwaarste week van zijn geweldloosheid

Er is nog meer aan de hand. Jezus van Nazaret leefde niet alleen vanuit het geloof in de ‘blijde boodschap’ dat Gods liefde naar àlle mensen gaat, hij was ook overtuigd dat dit vertrouwen alleen op een geweldloze manier in de wereld kon binnengebracht worden. Vertrouwen moet immers gevoed worden, niet ‘verplicht’. Geloof moet kunnen groeien, en dat vraagt geduld, vertrouwen… Dat vraagt veel geloof… van diegene die dat geloof bij anderen wil ‘zaaien’! En als je op tegenstand stoot? “Bemin uw vijanden” leerde hij zijn leerlingen. Het is een oproep geworden waardoor hij zich zijn leven lang en tot in de uiterste consequenties heeft laten leiden.

 

In de lijdensverhalen zien we heel concreet hoe Jezus deze leer zelf in praktijk brengt. Maar het verdient ook de moeite om in de Goede Week die brok van het evangelie te lezen die zich bevindt tussen het verhaal van de blijde intocht in Jeruzalem en het lijdensverhaal (in de kortste versie: Marcus 11,12 tot 14,31). Het verhaal van zijn ‘heilige woede’ (Marcus 11,15-18); het lef waarmee hij de confrontatie met wie het op zijn leven gemunt heeft niet uit de weg gaat: met hogepriesters, schriftgeleerden en de oudsten (Marcus 11,27-33), met Farizeeën en Herodianen (Marcus 12,13-17), met Sadduceeën (Marcus 12,18-27); zijn bekwaamheid om ook in die omstandigheden niet al zijn tegenstanders op één hoopje te gooien (Marcus 13,28-34); zijn uitnodiging, tot zijn leerlingen, om zoals de arme weduwe – en zoals hij het zelf zou doen – “alles” te geven (Marcus 12,41-44)…

 

De liederen van de Lijdende Dienaar in de liturgie

In het tweede boek Jesaja – de Deuterojesaja – staan vier teksten bekend als ‘de liederen van de lijdende Dienaar’. Ze worden gesitueerd in de periode van de ballingschap, een donkere en zware periode waarin het joodse volk het bijzonder moeilijk had om vast te houden aan het geloof. Men vermoedt dat deze teksten bedoeld waren om de trouw gebleven ‘kleine rest’ te bemoedigen: ze brengen de roeping, de trouw in het lijden en de uiteindelijke overwinning van die ‘kleine rest’ in beeld.

 

Als de liturgie van de Goede Week deze vier liederen integraal programmeert, dan is het omdat we – in navolging van de jonge Kerk (zie b.v. Handelingen 8,26-35), en wellicht in navolging van Jezus zelf – die vier liederen betrekken op ‘de Mensenzoon’. Ze vormen inderdaad een goede ingangspoort om stil te staan bij de ‘actieve geweldloosheid’ waaraan Jezus trouw bleef tot in het lijden, tot aan de dood. De maandag in de Goede Week lezen we het eerste lied, de dinsdag het tweede, de woensdag het derde – een tekst die ook al te horen was op Palmzondag, maar dan iets korter; het vierde lied, tenslotte, komt aan de beurt op Goede Vrijdag.

 

In het eerste lied is God zelf aan het woord, Hij stelt ons zijn dienaar voor. In het 2e en 3e lied is de Dienaar aan het woord: hij vertelt over zijn roeping, zijn wedervaren en zijn geloof. In het 4e lied zijn de mensen aan het woord die de Dienaar gekend hebben, die zich hem herinneren. Zij leveren commentaar op het gebeuren, zoals het koor dat doet in een Griekse

tragedie. De laatste verzen van dit vierde lied worden opnieuw in de mond van God gelegd, en vormen zo samen met het eerste lied een soort inclusie.1

 

Het eerste lied (Jesaja 42,1-4)

Deze korte tekst heeft alle kenmerken van een ouverture, een aankondiging: “hij zal”. De verteller – Diegene die de ‘dienaar’ geroepen heeft – stelt de geroepene aan ons voor, en ook zijn taak: de dienstknecht zal recht, gerechtigheid brengen (verzen 1,3,4). Hij zal orde op zaken stellen, men zal naar hem uitkijken (vers 4). De tekst heeft het ook over de manier waarop dit zal gebeuren: zonder groot vertoon of misbaar, niet met man en macht – maar zorgzaam, behoedzaam (vers 2-3). We krijgen al een vermoeden van zijn ‘geweldloosheid’… Hij zal aandacht hebben voor de zwakke (vers 3) zonder zelf te verzwakken (vers 4).

 

Het tweede lied (Jesaja 49,1-6)

De dienaar is nu zelf aan het woord. Hij overweegt wat hem is overkomen, en wat hem te wachten staat. Hij spreekt tot “de eilanden”, en legt zo de band met het slot van het eerste lied: “de eilanden die uitzien naar zijn onderricht” (‘de verre kusten die uitzien naar zijn leer’) Hij brengt zijn verleden in herinnering: zijn roeping om als profeet duidelijke taal te spreken, scherp aan te klagen wat – in Godsnaam – aangeklaagd moet worden (verzen 1-2). Op die manier zal hij Gods luister, Gods heerlijkheid aan het licht brengen (vers 3) – met name door recht en gerechtigheid te doen zegevieren (zie het 1e lied).

 

De dienaar heeft het ook over zijn moeheid en het geloof waaraan hij zich ondanks alles vastklampt: “De Heer zal me recht doen” (vers 4). Biddend heeft hij zich herbrond. God heeft hem opnieuw aangesproken, en hem een nieuwe impuls gegeven, die de horizon verder opentrok: hij zal ook een licht zijn “voor alle volken”, niet alleen voor het huis van Israël (vers 5-6).

 

Het derde lied (Jesaja 50,4-11)

Tweemaal zet de liturgie dit lied op het programma. Op Palmzondag (tot vers 7), en nog eens op woensdag in de Goede Week (tot vers 9a).

 

De dienaar neemt opnieuw het woord. Nu gaat het niet alleen meer over de moeheid van iemand die werkt zonder resultaten te zien – zoals in het 2e lied, vers 4. Zijn tegenstanders hebben hem ondertussen al gemarteld, gefolterd (vers 6). Hij echter bleef onverzettelijk, gaf niet toe, sloeg niet terug, hield stand (verzen 5-6).

 

Waarvandaan haalde hij daartoe de kracht? De dienaar suggereert: bij God zelf. “Elke ochtend wekt hij mijn oor” (vers 4), “hij heeft mijn oren geopend en ik heb geen verzet geboden” (vers 5). Hij deed niet alsof hij die stem niét hoorde – en vervolgt zijn zin met “ik ben niet teruggedeinsd”. Vanuit diezelfde bron – zijn ochtendlijk horen – lijkt ook zijn vertrouwen te komen voor de komende tijd: hij zal niet wijken voor het geweld (vers 7). Wat verder herhaalt hij, precies met nog meer overtuiging “God, de Heer, zal mij helpen” (verzen 7 en 9).

 

“God, de Heer zal mij helpen”? With God on my side? Gott mit uns? Cruciaal hierbij is wel dat de overtuiging dat God aan zijn kant staat vasthangt aan zijn keuze om liever geweld te ondergaan dan zelf geweld te gebruiken. Een hemelsbreed verschil met al wie ooit in de geschiedenis deze woorden heeft misbruikt om heilige oorlogen te rechtvaardigen!

 

Het vierde lied (Jesaja 52,13-53,12)

De begin- en eindverzen van dit lied worden in de mond van God gelegd. De opening is, zoals het hele eerste lied dat was, opnieuw een aankondiging: hij zal slagen, koningen zullen sprakeloos staan, velen die niet bekend zijn met wat er precies aan de hand was zullen zien en begrijpen (52,13 en 15). De epiloog (53,11-12) bevestigt dat het met hem niet gedaan is, dat hij een nieuwe plaats heeft gekregen en zijn werk verder zet: “Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht” (53,11), hij zorgt ervoor dat mensen krijgen wat hen toekomt.

 

In het grote middenstuk van dit vierde lied is het ‘koor’ aan het woord, de ‘toeschouwers’. Het drama is voltrokken, het doek is gevallen – de Dienaar is gestorven. Het lied brengt het pijnlijk lot in beeld dat hem te beurt is gevallen: zijn lijden – dat geen mededogen wekte bij de omstanders, maar spot, verachting, minachting (vers 3). Hij werd doorboord, getuchtigd (vers 5), mishandeld (vers 7), gedood (vers 8), bij de misdadigers gerekend (vers 9). Tegelijk krijgen we de duiding te horen: het was om onze zonden, om onze wandaden (verzen 5,6,8) zingt het koor. We dachten dat hij door God werd geslagen (vers 4), maar het was door ons toedoen – door een onrechtvaardig vonnis (vers 8) – en voor ons welzijn, voor onze genezing (vers 5). In het licht van Jezus’ lijdensweg zou ik vrij durven vertalen: Wij, mensen, dragen verantwoordelijkheid voor wat hem overkwam – en wat hem overkwam, en hoe hij daarmee omging, dat kwam ons ten goede. Zouden we daarbij inderdaad niet denken aan Jezus: zijn standvastige trouw, zijn geweldloosheid?

 

Midden in de tekst wordt gespeeld met het beeld van het schaap. “Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg” zegt vers 6. Wij geloofden niet in ‘een goede herder’… Maar die herder werd zelf “als een schaap dat naar de slacht wordt geleid” (vers 7). Het kwaad van ons kwam op hem neer (vers 6) en hij accepteerde het: “hij verzette zich niet, hij deed zijn mond niet open” (vers 7).

 

De goede week van de geweldloosheid

De ‘zachte moed’ die de dienaar zal kenmerken volgens het eerste lied, de trouw waarmee hij zal doorgaan (het tweede lied), zijn bereidheid om slagen te incasseren, om trouw te blijven tot de dood (het derde lied): het is niet moeilijk om hierin de trekken te herkennen van de Man wiens lijden en dood we herdenken in deze goede week. Het is ook niet moeilijk om hierin de trekken te herkennen van de actieve geweldloosheid.

 

Niét de passieve geweldloosheid van wie zich angstvallig buiten alle conflictmaterie houdt, die zonder problemen het onrecht duldt dat mensen wordt aangedaan, maar de actieve geweldloosheid, de geweldloosheid in de strijd. Niet de houding van de zwakkeling die zich in de hoek laat drijven, en in zijn angst nog meer voedsel geeft aan de agressie van wie hem aanvalt, maar de houding van de sterke die vastberaden standhoudt. Denk aan Gandhi, die geen duimbreed week toen men hem sloeg. Denk aan Maarten Luther King, die zijn oproep om de strijd niet op te geven altijd verbond met “bemin je vijand”. Denk aan Oscar Arnulfo Romero, die na zijn eredoctoraat in Leuven zo vlug mogelijk naar zijn land terugging, naar zijn ‘schapen’, hoewel hij, de herder, al lang met de dood werd bedreigd.

 

De goede week van de geweldloosheid. Een echte Goede Week! We kunnen ervan leren… We mogen bidden om de Geest die Hem, de Mensenzoon, bezielde: dat Hij ook vandaag mensen mag inspireren om de strijd aan te binden tegen alle vormen van onrecht, en om bij dat alles te kiezen voor de koninklijke weg van de geweldloosheid.

Aanvullende gebeden bij de liturgie van de kruishulde op Goede Vrijdag 

Op Goede Vrijdag weten wij ons verbonden met Jezus die zijn leven gaf in liefde ten einde toe, maar ook met onze zussen en broers in Oekraïne en Rusland, in Palestina en Israël, in Oost-Congo en het Gebied van de Grote Meren in Afrika, en in zoveel andere landen die in de greep zijn van oorlog en groot onrecht. Wij bidden en hopen dat  de mensen in die landen ook mogen overgaan van Goede Vrijdag naar een nieuw Pasen. De wijze waarop deze voorbeden zijn geformuleerd sluiten perfect aan bij de voorgeschreven gebeden uit het missaal bij de kruishulde op Goede Vrijdag. Zo kunnen ze daarin gemakkelijk worden opgenomen.   

 

Laten wij bidden voor gerechtigheid en vrede in Oekraïne. 

Dat onze God het hart en het geweten mag raken van hen die nu oorlog voeren tegen het Oekraïense volk. 

(gebedsstilte) 

Barmhartige God en Vader,  

Gij zijt de oorsprong van alle vrede en van alle leven. 

Gij ziet hoezeer onze zussen en broers in Oekraïne lijden. 

Inspireer de leiders van Oekraïne en van Rusland om de weg naar vrede terug te vinden. 

Dat er mensen opstaan die hen daarin in waarheid bijstaan.  

 

 

Laten wij bidden voor gerechtigheid en vrede in Palestina en Israël. 

Dat onze God de eeuwenoude vijandschap tussen Palestijnen en Israëli’s mag genezen. 

(gebedsstilte) 

Barmhartige God en Vader,  

Jezus, uw Veelgeliefde, heeft in dit land zijn leven gegeven om allen in liefde samen te brengen.  

Dat de miskenning van de ander plaats zou maken voor een nieuw begin. 

Geef dat de wapens vandaag nog zwijgen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. 

Dat beide volkeren elkaar de hand reiken  

en elkaar eindelijk aanvaarden in een waarachtig broederlijk en zusterlijk samenleven.  

 

 

Laten wij bidden voor gerechtigheid en vrede in Oost-Congo en het Gebied van de Grote Meren in Centraal-Afrika. Dat de volkeren in die landen mogen inzien wat echt tot vrede strekt.   

(gebedsstilte) 

Barmhartige en rechtvaardige God, 

Gij leidt de volkeren waarvoor Jezus, uw beminde Zoon, zijn leven heeft gegeven.  

Gij wilt dat alle mensen als zussen en broers samenleven in eerbied voor elkaar.  

Wij smeken U: dat leugen, onrecht en dodelijk geweld in Oost-Congo en in heel Centraal-Afrika  

plaats maken voor een rechtvaardige vrede die allen tot nieuw leven laat komen.  

 

Image
Ongebroken eieren tussen 2 massieve blokken
Onverwoestbare HOOP

naar Rik Beernaert, voorzitter werkgroep Vredesspiritualiteit  

geïnspireerd door Etty Hillesum, ‘Dat onverwoestbare in mij’, J.G.Gaarlandt, 2014. Balans 

 

Tijdens de Goede Week staan we stil bij de geweldloze liefde van Jezus Christus ten einde toe. We leggen daarbij de link met ons vredeswerk. Als je bewust wordt van de nood aan vrede, zie je meteen de talrijke vormen van geweld die onnoemelijk veel leed veroorzaken. Denk maar aan het gebruik van de vele wapensystemen in de hedendaagse oorlogen. Op Goede Vrijdag staan we stil bij de kruisdood van Jezus van Nazareth. Iemand de kruisdood doen sterven is een dieptepunt in een menselijk samenleven. Het is een moment waarop de wanhoop, de moedeloosheid, de hulpeloosheid, … toeslaan. Het kan ook een moment worden van inkeer en ommekeer.  

Een kernwoord is hier vertrouwen, ik noem het graag Godsvertrouwen. Het is de overgang die Jezus zelf op het kruis uitspreekt tussen ‘Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?’ en zijn laatste woorden vóór zijn sterven ‘Vader, in uw handen beveel ik mijn geest’.  Jezus vertrouwt zich toe aan de diepste bron van alle leven. In iedere mens is die bron aanwezig. Het is ook een kracht tot inspiratie en opstanding. Die kracht doet je terug opveren. Ze brengt je van wanhoop naar HOOP en van wantrouwen naar vertrouwen. Pasen gaat niet enkel over de fysieke dood, maar ook over het terug opstaan na tegenslagen, teleurstellingen, ontgoochelingen, depressie, …  wat symbolisch staat voor de dood. 

We hebben in de vredesbeweging deze inspiratie nodig om in voor en tegenspoed telkens weer op te staan en de HOOP die ieder mens in zich draagt te laten opleven. Als vredeswerkers zijn wij zo getuigen van de HOOP die in ons leeft. Lees de brief van de apostel Petrus hoofdstuk 3,8-17. We zullen nooit alle onrechtvaardigheid in de wereld ongedaan kunnen maken. We kunnen wel in elk situatie getuige zijn van de HOOP die in ons leeft. In het leven van een christen staat de HOOP centraal, niet het lijden. Jezus is ‘doorheen’ het lijden gegaan naar een nieuw leven in HOOP.   

Goede psychologen zeggen je dat je de werkelijkheid recht in de ogen moet kijken. Je moet de werkelijkheid erkennen, er niet mee in gevecht gaan of ervoor op de vlucht slaan. Vanuit spiritueel oogpunt kan je bovendien zeggen: als je de werkelijkheid recht in de ogen kijkt, kan je ook verder gaan en doorheen alles een liefdevol fundament ontdekken.  

Na het gruwelijkste te hebben meegemaakt heeft Edith Eva Eger die het concentratiekamp in Auschwitz heeft overleefd langzaam maar zeker een nieuwe weg in het leven gevonden. In haar boeken ‘De keuze’ en ‘Het geschenk’ getuigt ze van die onverwoestbare HOOP. En Etty Hillesum getuigt op haar beurt: ‘Ik wil zo graag blijven leven om de nieuwe tijd te helpen voorbereiden en om dat onverwoestbare in mij behouden over te dragen naar de nieuwe tijd, die zeker zal komen, ze groeit immers al in mij, iedere dag, ik voel het toch?’. Etty Hillesum heeft dit opgetekend op maandagavond 20 juli 1942.  

Deze sprekende getuigenissen en tal van andere getuigenissen maken deel uit van de overgang van Goede Vrijdag naar Pasen die wij in Jezus’ sterven en opstanding mogen ontvangen en mee beleven. Daarvoor bidden en werken wij in verbondenheid met zoveel mensen, onze zussen en broers die lijden onder oorlog en onrecht en die uitzien naar een nieuw begin.