Wanneer oorlog viraal gaat
"Sinds we God op non-actief hebben gesteld en hem zijn schepping uit de handen hebben gerukt, zijn we ons meesters van ons lot gaan wanen. Het leven was maakbaar en zelfs de dood zetten we naar onze hand. Lijden was achterhaald en geluk op bestelling leverbaar. We temden de grilligheid van toeval, elimineerden risico's en streefden naar totale controle over alles", schreef de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer (DS 27/4/2020).
Eén microscopisch klein virus sloeg in 2020 deze illusie van controle aan diggelen.
Wat betekenen 'oorlog' en 'vrede' in zo'n situatie? In welke mate is de mensheid in de context van een collectieve bedreiging in staat gezamenlijk op te treden? Hoe omgaan met de kwetsbaarheid van de ethiek in zo'n omstandigheden en hoe de 'ontwapenende' boodschap van het evangelie vormgeven in een context waar de ethiek zelf door een virus lijkt aangetast te worden? Kan de vredesethiek een bijdrage leveren tot een veerkrachtig planetair immuunsysteem dat autocratische bestrijdingsmodellen en nieuwe vormen van immoreel fanatisme weerstaat?