Wat betekent het nieuw regeerakkoord voor de internationale vrede en veiligheid?
Het regeerakkoord dat op 30 september werd goedgekeurd schuift een positief project van solidariteit en samenwerking naar voren. Zo staat bovenaan het document te lezen. Maar hoe zit het concreet met internationale veiligheid, vrede en ontwapening? We maakten een korte analyse.
Nucleaire ontwapening
Voor de nieuwe regering blijft het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) “de hoeksteen van het mondiale nucleaire non-proliferatie regime”. Daarom plant België een actieve rol te spelen tijdens de Herzieningsconferentie in 2021. Dit is een verderzetting van het vorige beleid, waarbij België ook al aangaf een ‘actieve rol’ te spelen. Helaas hebben we daar nooit iets van gezien. De weg om via het NPV tot kernontwapening te komen, is al decennia een pad dat nergens toe leidt. Integendeel er zijn intussen nieuwe kernmachten bij gekomen en bestaande kernmachten geven miljarden uit om hun arsenaal te vernieuwen. Bovendien werd het VN-Verbodsverdrag op Kernwapens (2017) door de vorige regering nog bestempeld als een gevaar voor het NPV. Geheel ten onrechte. Zal deze houding nu veranderen?
Er lijkt nu een voorzichtige opening te komen met de belofte om na te gaan hoe het “VN Verdrag op het Verbod op Nucleaire Wapens een nieuwe impuls kan geven aan multilaterale nucleaire ontwapening.” Het feit dat België als eerste NAVO-lidstaat het bestaan van het Verbodsverdrag erkent via deze zin in het regeerakkoord en de mogelijke impact ervan wil nagaan is een koerswijziging in de positieve richting. En het is nog geen minuut te vroeg ook, er zijn nog maar vier ratificaties (op 1 oktober 2020) nodig vooraleer het Verbodsverdrag in werking treedt. Nucleaire non-proliferatie en ontwapening zijn twee kanten van dezelfde munt en als België wil vermijden dat het NPV volledig afbrokkelt, raden we de Belgische regering aan om de nieuwe impuls van het Verbodsverdrag serieus te nemen. Het uiteindelijke doel blijft natuurlijk nog steeds een Belgische ondertekening en ratificatie van het Verbodsverdrag. Dat bevestigden ook 4 Belgische Ministers van Staat twee weken geleden in een open brief aan onze regering.
En laten we vooral niet vergeten dat er nog steeds een twintigtal kernwapens op ons grondgebied gestationeerd zijn. Hier wordt met geen woord over gerept in het nieuwe regeerakkoord. Als België serieus genomen wil worden op de NPV Herzieningsconferentie in 2021 zal het werk moeten maken van nucleaire ontwapening op het eigen grondgebied. Het regeerakkoord zegt ook te willen nagaan hoe ons land met NAVO-bondgenoten het multilaterale non-proliferatie kader kan versterken. Daartoe kan België bij zijn bondgenoten pleiten voor een herziening van de het nucleaire afschrikkingsbeleid van de NAVO in Europa, inclusief de verwijdering van Amerikaanse kernwapens van Europees grondgebied.
Killer robots
De nieuwe regering brengt ons een stap dichter bij een internationaal verbod op volledig autonome wapens, de zogenaamde Killer Robots: “Ons land neemt het initiatief om te komen tot een regelgevend kader inzake volledig autonome wapensystemen, en streeft daarbij naar een internationaal verbod.” We raden België dan ook aan om zich, net zoals de 30 andere landen die dit voordien al deden, binnen de Convention on Conventional Weapons expliciet uit te spreken voor een internationaal verbod op autonome wapens. Regeringsexperts van verschillende landen kwamen tijdens de week van 21 september 2020 samen in Genève om regulering van autonome wapens te bespreken. Hier sprak een groot deel van de aanwezigen zich uit voor een internationaal verbod. We moedigen België aan om samen met deze voorstanders een leiderschapsrol op te nemen en te werken aan een nieuw internationaal verbodsverdrag. Intussen weerhoudt niets België er natuurlijk van om al op nationaal niveau een verbod in te stellen op de ontwikkeling, productie en het gebruik van autonome wapens.
Vrede en veiligheid
Het nieuwe akkoord ziet humanitaire crises, ontwikkelingssamenwerking, vrede en veiligheid niet los van elkaar. Een goede vertrekbasis: om gewapend conflict en burgerslachtoffers te vermijden is het aanpakken van de achterliggende oorzaken prioritair. Geen overbodige luxe zo blijkt. Volgens de Wereldbank zal tegen het jaar 2030 ongeveer de helft van de wereldbevolking die in armoede leeft zich bevinden in “fragiele en door conflict getroffen” gebieden.[1] Dit heeft een grote impact op de toenemende armoede wereldwijd en bijgevolg ook op vrede en veiligheid. We moedigen de regering aan om deze verwevenheid zo snel mogelijk concreet te maken in het beleid.
Dialoog en diplomatieke oplossingen staan centraal, en dat is positief. Wij zijn ook blij te lezen dat “de Belgische bijdrage aan conflictpreventie en maatschappij-opbouw (materieel en financieel) stijgt.” Dit is waar we tijdens de Vredesweek van 2019 voor pleitten. Gezien het ambitieuze regeerakkoord en de druk op de begroting, zullen we dan ook van dichtbij opvolgen of er in de toekomst voldoende geïnvesteerd wordt in mechanismen van structurele vredesopbouw.
Hoewel België op 1 oktober 2020 nog vier F-16’s op missie stuurde naar Irak en Syrië in het kader van Operation Inherent Resolve, een missie zonder enige juridische basis, belooft de nieuwe regering er in de toekomst voor te zorgen dat buitenlandse missies een internationaal rechtelijk mandaat hebben. Bovendien wordt voorzien in een sterkere betrokkenheid van het parlement bij de aankoop van militair materiaal en in de evaluatie van buitenlandse missies. Ook wordt er onderzocht of “een regeling van schadevergoeding voor burgerslachtoffers” uitgewerkt kan worden. België staat bekend als één van de minst transparante landen in de huidige internationale coalitie. Samen met andere ngo’s staan we dan ook open om met de nieuwe minister van Defensie in gesprek te gaan en deze problemen mee te helpen aanpakken.
Belgisch defensiebeleid
Op vlak van defensie belooft de nieuwe regering extra investeringen te doen. Zo zal de regering onderzoeken “hoe ze tegen een groeipad kan uittekenen om onze defensie inspanning tegen 2030 opnieuw af te stemmen op de Europese niet-nucleaire NAVO bondgenoten.” Binnen de NAVO wordt verwacht dat lidstaten tegen 2024 2% van hun BBP spenderen aan defensie. België hinkte in het verleden steeds achterop. Onder de vorige regering tekende voormalig minister Vandeput daarom een groeipad uit. Maar dan nog zou België aan 1,3% zitten tegen 2030. Betekent deze cryptische formulering in het nieuw regeerakkoord dan dat België alsnog zal proberen om de 2%-norm te halen? Een belangrijke kanttekening bij de 2%-norm is dat het enkel gaat over strikt militaire uitgaven, en zoals wij er steeds op wijzen betekenen hogere militaire uitgaven niet per se meer veiligheid.
Verder schrijft België zich ook in in het gemeenschappelijk Europees defensieproject. Centraal hierin is het Europees Defensiefonds (EDF) dat onder het EU budget 2021-2027 meer dan €7 miljard kreeg toegekend. Het EDF staat in voor militair onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe wapens en militaire technologie. Vredesorganisaties waarschuwden echter al voor de gebrekkige transparantie van het fonds. Bovendien bleek na een recente klacht van Vredesactie dat er geen solide ethische of juridische evaluatie gebeurt van de projecten die door het EDF worden gefinancierd. Dit gaat volledig in tegen onze internationale verplichtingen onder de Conventie van Genève. Blijkbaar zijn financiële en industriële belangen belangrijker dan het respect voor internationaal humanitair recht en de mensenrechten. Hierover werd jammer genoeg geen enkele kritische reflectie gemaakt door de nieuwe regering.
[1] https://www.enabel.be/sites/default/files/note_paix_securite_en_web.pdf
Foto: chrisdorney/adobe stock