

Opiniestuk Tom Sauer: Rusland moet plek krijgen in Europese veiligheidsorde
De auteur
Tom Sauer is professor internationale politiek aan de UAntwerpen en de auteur van 'De strijd voor vrede. En hoe we die kunnen winnen'.
Nu de VS de pionnen hebben verplaatst, is het duidelijk dat Europa niet meetelt in de internationale politiek. We kunnen niet anders dan Rusland betrekken in een Europese veiligheidsorde.
De Amerikaanse president Donald Trump voert, zoals aangekondigd, een ander beleid dan zijn voorganger Joe Biden. En terecht. De oorlog in Oekraïne moet stoppen, in de eerste plaats om humanitaire redenen, maar ook omdat dat de wereldeconomie, inclusief die van Duitsland en België, ten goede zal komen.
Het is onbegrijpelijk dat geen enkele eerste minister van de Europese Unie de afgelopen drie jaar zelfs maar een poging heeft gedaan om die oorlog een halt toe te roepen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio zat al samen met zijn Russische collega Sergej Lavrov, zonder Oekraïne en zonder Europa.
De Franse president Emmanuel Macron en de Britse premier Keir Starmer gingen beurtelings op de koffie bij Trump, maar kwamen met lege handen terug. De Europese buitenlandchef Kaja Kallas vloog naar Washington D.C., maar werd zelfs niet ontvangen. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky werd wel ontvangen, maar vervolgens afgemaakt voor de camera’s.
Het theater krijgt hopelijk een happy end, maar is nog niet afgelopen. Zowel Rusland als Oekraïne zal akkoord moeten gaan met een vredesakkoord en allebei zullen ze toegevingen moeten doen, hoe unfair dat ook wordt aangevoeld, aangezien Rusland Oekraïne is binnengevallen.
Neutrale troepen
Zoals ik in mijn boek 'De strijd voor vrede' (2024) schreef, zal Oekraïne geen lid kunnen worden van de NAVO en zullen de geannexeerde gebieden wellicht de facto - niet de jure - in Russische handen blijven.
Oekraïne kan wel een - weliswaar wat kleinere - soevereine staat blijven, democratisch en onder de westerse invloedssfeer, wat een minpunt is voor de Russische president Vladimir Poetin. Op termijn kan het mogelijk lid worden van de Europese Unie. Het zal zich ook kunnen bewapenen, hopelijk beperkt door wapenbeheersingsakkoorden die ook voor Rusland gelden.
Oekraïne zal veiligheidsgaranties moeten krijgen die op zijn minst de vorm van het huidige westerse beleid aannemen, met wapenleveringen in het geval van een nieuwe aanval. De Verenigde Staten zullen geen troepen sturen en weigeren ook garanties te geven aan vredestroepen. Dat zullen, omdat Rusland geen Europese vredestroepen wil, troepen van neutrale landen moeten zijn. Een gegeven waarbij Europa zich zal moeten neerleggen.
Het enige alternatief is doorvechten zonder de hulp van de VS - in het slechtste geval trekt Trump ook de stekker uit de NAVO - en betrokken raken in een conventionele oorlog met Rusland die tot een nucleaire wereldoorlog kan escaleren. Hopelijk zien de sabelslijpers in Europa - die nu hun kans schoon zien om de defensiebudgetten drastisch te verhogen, ook al zijn ze al vier keer hoger dan dat van Rusland - op zijn minst dat laatste in.
Maar het belangrijkste deel van een vredesakkoord, naast het niet-lidmaatschap van de NAVO, is een hertekening van de Europese veiligheidsorde. Die zal ook Rusland en Oekraïne moeten omvatten. Veiligheid moet gedeelde veiligheid zijn, want zolang Rusland zich onveilig voelt, kan het opnieuw aanvallen, en zijn ook wij onveilig.
Geen externe vijand
Het komt erop aan Rusland mee in het Europese bad te trekken, hoe ondenkbaar dat ook lijkt. In de geschiedenis zijn er voorbeelden genoeg van zo'n succesvolle inclusie, zoals na Napoleon en na de Tweede Wereldoorlog. Projecten waarbij de ‘verliezer’ werd uitgesloten, hadden rampzalige gevolgen. Kijk maar naar de periode na de Eerste Wereldoorlog en na de Koude Oorlog.
Rusland bij Europa betrekken kan in de vorm van een fundamenteel geherstructureerde NAVO, die van een collectieve defensieorganisatie vervelt tot een collectieve veiligheidsorganisatie. Of het kan in de vorm van een geüpgradede Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). De lidstaten zullen harde afspraken moeten maken over oorlog en vrede zonder dat ze gericht zijn tegen een externe vijand. In zo'n constellatie kan de EU verder werken aan defensie-integratie. Want bij een politieke unie hoort ook een defensie-unie, met een Europees leger.
In Europa zie ik veel te weinig denkoefeningen om de banden met Rusland opnieuw aan te halen. Onze Europese leiders willen Oekraïne verder steunen - ook met wapens - en zoeken geen toenadering met Rusland. Willen ze dan wel vrede ? Wie voert nu eigenlijk een dogmatisch, principieel en zelfs emotioneel beleid ? En moeten we dan verrast zijn dat Europa over het hoofd wordt gezien door de machten die ertoe doen: de VS en Rusland? Waar blijft een nuchtere analyse gestoeld op een realpolitik à la Henry Kissinger ? Het vereiste staatsmanschap zal hoogstwaarschijnlijk niet komen van de Oost-Europeanen, gezien hun geografie en historiek. Pierre Harmel, van 1966 tot 1973 de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, lanceerde het succesvolle idee van de combinatie van defensie en diplomatie ten aanzien van de toenmalige Sovjet-Unie. Dat leidde naar een detente in de jaren 70 en in 1975 naar de Helsinki-akkoorden, die het begin van het einde van de Koude Oorlog inluidden.
Over defensie wordt vandaag genoeg gepraat. Wat in Europa ontbreekt, is diplomatie. Niet onder elkaar met de vrienden, maar met de vijand. Met Rusland.