Image

Laat leiders maar morren over Nobelprijs voor de Vrede

Rusland - Oekraïne
Standpunt

Op 7 oktober kondigde het Nobelprijscomité aan dat de Prijs voor de Vrede dit jaar naar drie actoren gaat die zich inzetten voor mensenrechten en tegen dictatuur, machtsmisbruik en onderdrukking: de Wit-Rus Ales Bialiatski, de Oekraïense groep Centre for Civil Liberties en de Russische NGO Memorial. Een prachtige en meer dan welverdiende erkenning voor mensen die zich al decennia inzetten voor mensenrechten, transparantie en rechtvaardigheid.  

Ales Bialiatski is al sinds het begin van de jaren ’80 een dissident: eerst tijdens het Sovjetregime, later onder Aleksandr Loekasjenko. In 1996 richtte Bialiatski de mensenrechtenorganisatie Viasna (Lente) op, die belangrijk werk leverde in het ondersteunen van politieke gevangenen in Belarus. Hij verzet zich actief tegen de miskenning van de mensenrechten in zijn land, en werd een jaar geleden voor de tweede keer gearresteerd. Hij zit nog steeds in de gevangenis.

Samen met Bialiatski kreeg ook de gerenommeerde organisatie Memorial de Vredesprijs. Echt meer dan verdiend! Zeker sinds een Russische rechtbank in december 2021 de organisatie als illegaal en staatsgevaarlijk bestempelde en de sluiting ervan oplegde. Toen schreef ik al wat een doodsteek deze uitspraak betekende voor de Russische samenleving en voor de pogingen om van Rusland een democratisch land te maken. Toen de Russische invasie op 24 februari 2022 begon, kon ik mij niet van de gedachte ontdoen dat de sluiting van Memorial en de start van deze bloedige, agressieve oorlog rechtstreeks met elkaar te maken hadden. Memorial bestaat al sinds 1989 en is het geweldige resultaat van dappere, intelligente en menslievende personen zoals Andrej Sacharov die de kans die de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa gaf aan groepen in de Sovjet-Unie om de mensenrechten op de agenda te krijgen, gretig te baat greep. Memorial startte haar werk door op twee pistes in te zetten: het in kaart brengen van de repressie onder het Sovjetbewind en het steunen van de slachtoffers van de sovjetterreur, en het in kaart brengen van de schendingen van mensenrechten. De twee Tsjetsjeense oorlogen waren de meest in het oog springende periodes van zware schendingen. De verspreiding van rapporten over de oorlogsmisdaden kostte het leven aan verschillende medewerkers van Memorial, waaronder mijn goede vriendin Natalya Estemirova. In feite waren die twee oorlogen de voorbode van wat nog komen zou… De experimenten die het Russisch leger en de Russische overheid hielden in de Tsjetsjeense deelrepubliek, tartten ons vermogen om deze gruweldaden te capteren. Niemand hier kon geloven dat het zo erg was. Wrede marteltechnieken, de inzet van chemische en biologische wapens, “technieken” van etnische zuivering: ze werden alle ingezet op een bevolking die volgens het Kremlin geen recht had om te leven. Vooral tijdens de tweede Tsjetsjeense oorlog, onder bevel van Poetin, werd geen methode geschuwd om de bevolking te doen zwichten en de aanspraak op onafhankelijkheid op te geven.

Alles wat we nu in Oekraïne zien, zagen we ook in Tsjetsjenië. Verkrachting van vrouwen, kinderen en mannen, Tsjetsjenen die soms maandenlang in diepe putten werden gestoken, inzet van landmijnen verstopt in pennen of speelgoedautootjes zodat vooral de kinderen deze zouden oprapen, het doodschieten van ouders voor de ogen van hun kinderen of van oude mensen, die werden afgemaakt als vee. De menselijke gruwel kent geen grenzen. Door Memorial te sluiten hoopte het Kremlin lastige pottenkijkers te kunnen weren uit de door hen binnengevallen gebieden in Oekraïne. Maar gelukkig zijn er altijd en overal mensen die wantoestanden in beeld brengen. Zodat we het weten en de verantwoordelijken voor het gerecht kunnen dagen. Zonder de mensen die de Nobelprijs voor de Vrede dit jaar ontvangen zou er nooit gerechtigheid kunnen komen.

De gedachte speelde vandaag door mijn hoofd: zouden de Oekraïners het wel zo geweldig vinden om samen met Russen en Wit-Russen deze ultieme vredesprijs te krijgen. Nee dus. De adviseur van Zelenski noemde de mensenrechtenactivisten “vertegenwoordigers van twee landen die Oekraïne hebben aangevallen”. De vijandschap zit zo diep dat zelfs Russische en Wit-Russische mensen die aan hetzelfde zeel trekken door de Oekraïners niet kunnen beschouwd worden als bondgenoten. De Russische agressie en gruwel, gesteund door Loekasjenko, hebben deze gedachte onmogelijk gemaakt. Voor ons die buiten het conflict staan, komt dat over als een sterk overdreven reactie en zelfs als een onmogelijke reactie. Maar toch kunnen we niet anders dan er begrip voor opbrengen. Oorlog creëert haat. Banden worden verbroken.

Gelukkig zijn er nog steeds mensen aan beide zijden van de grenzen die wel met elkaar blijven communiceren, maar de demonisering is wijdverspreid. Oekraïners spreken vaak over Russen als RuSSen (verwijzend naar de Duitse SS), en Russen spreken over Oekraïners als over neonazi’s. Beiden beschouwen de ander als de ‘fascist’. Ondanks deze diepe kloof die op 24 februari en zeker in de maanden erna is ontstaan, kunnen we het initiatief van het Nobelprijscomité enkel toejuichen. Het is niet omdat de oorlog nog in alle hevigheid woedt, dat vredeskrachten niet zouden mogen gesteund worden. De Nobelprijs 2022 is een erkenning voor het werk dat al sinds 1989 wordt verricht, toen nog in volle Sovjet-Unie, toen Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland nog tot één rijk behoorden: de menselijke waardigheid koesteren en waarborgen, de schendingen ervan rapporteren, helpen om de opgelopen trauma’s te verwerken en straffeloosheid bestrijden. Werk van onschatbare waarde. Laat de politieke leiders van de oorlogvoerende landen maar morren. Het Nobelprijscomité maakte een excellente keuze.  

7/10/22 – Annemarie Gielen, Bewegingswerker Conflictgebieden Pax Christi Vlaanderen

Lees hier het opiniestuk zoals het verscheen op vrt nws:

Zelfs in Oekraïne krijgt de Nobelprijs voor de Vrede kritiek, ten onrechte | VRT NWS: nieuws

© Adobe Stock / dmitry_dmg